Fragment uit Romeinse Tijd:
…Ze hebben een soort laken om zich heen en een stuk touw op hun middel. Het is net of ze een jurk aan hebben. Verderop marcheren soldaten die korte rokjes dragen. Tommy moet er hardop om lachen. Die stoere Romeinen dragen meisjeskleren!
De mannen op het plein vallen stil en draaien zich naar hem om. Met open mond kijken ze Tommy aan. Zo’n vreemde jongen hebben ze nog nooit gezien.
Dan stapt er iemand naar voren. ‘Wat heb jij nou aan?’ is het eerste dat de jonge man tegen Tommy zegt. Die zit vast al op de middelbare school, denkt Tommy. Tja, wat heeft hij ook alweer aan? Tommy kijkt naar beneden.
‘Nou gewoon, mijn voetbalpyjama,’ antwoordt hij.
‘Een wat?!’ zegt de jongen. ‘En waar kom je eigenlijk vandaan?’
Tommy zegt niets terug. Hij is in de war. Dan loopt de jongen naar hem toe en pakt zijn hand. ‘Kom mee,’ zegt hij, ‘ik zal je helpen.’ …
Nog een stukje uit Romeinse Tijd..
…Hoe verder ze lopen, hoe harder Tommy de mensen hoort die in het stadion zitten. Ze stampen met hun voeten, klappen in hun handen en roepen: ‘Weg met de moordenaar van Caesar!’
‘Weg met de moordenaar van Caesar?’
Oh oh, niet goed, denkt Tommy. Dan gaat er een enorm deur piepend open. PPPiiiiEEEPPP Tommy krijgt een duw en rolt de arena in. Op de tribunes ziet hij duizenden mensen naar hem kijken. Ze juichen en schreeuwen. Dan gaat er weer een poort open. Tommy hoort een monsterlijke brul.
(ACTIE - WRAAAAAAAAHHHHHH GGGGGRRRRRRR..)
Langzaam komt er een enorme leeuw tevoorschijn. Zijn tanden blinken in het maanlicht. En ook uit de tweede deur die open gaat, klinkt een griezelige gegrom
(ACTIE: WWWWWRRRAAAAGGHHH GGGRRRROOOOOOMMMMM.)
Het is een enorme tijger die gemeen en hongerig naar Tommy kijkt...