Fragment uit Knuffelland:
“… Wat was dat? Tommy kijkt om zich heen. Er is niemand te zien. Misschien heeft hij zich vergist. Als hij de deurkruk vastpakt, hoort hij het opnieuw:
AHUM!
Zie je wel. Iemand zei iets. Bang en nieuwsgierig tegelijk kijkt Tommy de kamer rond. ‘Wie is daar?’ vraagt Tommy voorzichtig. ‘Kom op, laat je zien. Er gebeurt niets.’
(ACTIE: paar seconden stilte laten vallen)
Dan springt plotseling Grote Beer van z’n bed af. Tommy kan zijn ogen niet geloven. ‘Sta niet zo raar te kijken, vriend. Ik ben het maar, Grote Beer; je oudste vriend!’ Tommy staat aan de grond genageld. Hij is sprakeloos, zijn mond valt open. Alle knuffels in zijn kamer zijn tot leven gekomen! Ook Flap en de piraat springen van zijn bed en wandelen door de kamer. Uit de speelgoedkist en de kast komen knuffels tevoorschijn waar hij al lang niet naar heeft omgekeken; een klein pandabeertje, een tijger die een oog mist, een schattig roze varkentje, een dolfijn en nog veel meer vergeten knuffelbeesten. Ze lopen allemaal op Tommy af en de knuffels geven hem tegelijkertijd een DIKKE knuffel.
(ACTIE: extra hard knuffelen met kids)