Fragment uit Vliegtuig:
“…Dan rent Tommy verder. Zoooo hard dat zijn longen bijna knappen. Net voordat het vliegtuig van de grond komt, lukt het Tommy om zich aan het toestel vast te grijpen. HEBBES!
Via een luikje klimt hij het vliegtuig in. In de buik (red. Zo noem je de onderkant van een vliegtuig) is een ruimte met een enorme berg koffers en tassen. Dit moet het laadruim zijn, denkt Tommy. ‘Mooi, dan heb ik de oranje koffer met Beertie zo gevonden.’
Hij begint te spitten tussen alle koffers, rugzakken en tassen, maar er is geen oranje koffer of knuffeldier te vinden.
‘Hoe kan dat nou?’ stamelt Tommy. Zou de man z’n koffer mee hebben genomen aan boord?
Er is maar één manier om daar achter te komen. Tommy klimt het laddertje op naast het bordje met een pijl en het woord ‘Cabine’ en trekt zichzelf omhoog door het gat.
Als hij rechtop staat, ziet Tommy dat hij achterin het vliegtuig terecht is gekomen. Links en rechts van de lange gang zitten mensen in rijen stoelen, als sardientjes in een blik. Er is maar weinig licht in het vliegtuig. De meeste mensen liggen, of liever gezegd zitten, lekker te slapen of kijken naar een film op een van de mini tv’tjes..
Mooi, denkt Tommy. Kan ik tenminste rustig zoeken. ..”